Spring!
Het voelt de laatste tijd alsof ik op een duikplank boven een oceaan sta.
Ik wil dolgraag springen, ik voel ook dat het tijd is om te gáán springen, maar voordat ik spring wil ik een aantal dingen van tevoren weten.
Hoe diep de oceaan is.
Of er storm op komst is.
Hoe hoog de golven zijn.
Of er een reddingsvlot in de buurt is.
Of de kust vlakbij is.
Of ik terug kan springen als het water te koud is.
Of er haaien en kwallen rondzwemmen.
Of er andere mensen in het water liggen, en of ik er bij mag van hen.
En ik wil zwembandjes. Voor om mijn armen en om mijn enkels.
Dat ik op deze manier bijna versteend op die duikplank zal blijven staan, lijkt me duidelijk. Ook op deze site heb ik al een paar weken niks echt prikkelends meer geschreven. Ik spring soms wel, maar dan in een regenton, zeker niet in een oceaan.
Om een grote sprong te kunnen maken, zijn kleine sprongen nodig.
Laten we daarom klein beginnen. Met een sloot in plaats van een oceaan. Ik wil iedere lezer van mijn blog uitdagen om de komende week iets te doen wat je eng of spannend vindt. Zelf doe ik uiteraard mee.
De essentie is om uit je comfort zone te stappen. En te voelen wat dat met je doet.
In een volle lift met je rug naar de liftdeuren gaan staan. Met je gezicht naar je medeliftpassagiers toe dus.
Een praatje aanknopen met een wildvreemde.
Koud douchen ‘s ochtends.
Samen met je kind door een drukke stad huppelen.
Luidkeels je favoriete nummer zingen op de fiets.
Iets op Facebook zetten waar je weinig ‘likes’ op zult krijgen, maar wat je wel kwijt wilt.
Bewust oogcontact zoeken met mensen op straat die je niet kent.
Anything goes.
Succes! En laat even weten of je meedoet.
Ik hoor volgende week graag wat je gedaan hebt.
En voor voor de lezer(s) die al regelmatig uit zijn of haar comfort zone stapt: hoe ga jij om met de gevoelens van angst en twijfel die hier ongetwijfeld (soms) mee gepaard gaan?
Ik ben heel benieuwd naar jullie reacties.
P.S. ik voel de ‘flinch‘ terwijl ik dit teruglees (‘dit gaat niet werken,’ ‘dit kun je niet,’ ‘niemand doet hieraan mee, schrijf nou iets anders’), maar plaats deze post toch.
Met dank aan Julien Smith