Zenmeesters revisited
Het was warm afgelopen weekend.
‘Ik begin een hekel te krijgen aan de zon,’ las ik dan ook op op de Facebook-pagina van één van mijn ‘vrienden.’
Een uur later hoorde ik mezelf tegen mijn vrouw klagen over de hitte.
Eén van de leefregels van de Indianen was (en is) dat je nooit mag klagen over het weer.
Het weer is. Klagen over het weer is hetzelfde als klagen over het feit dat Nederland zo plat is als een dubbeltje.
Jack Kornfield schrijft in het prachtige ‘A Path with Heart’ over een man die besloot om weken alleen in stilte door te brengen in een hutje in het bos. Na twee dagen werd hij knettergek van alle geluiden om zich heen, vooral van het geluid van stromend water in een beekje achter zijn hutje.
Op de derde dag besloot hij daarom keien in de beek te gaan verplaatsen zodat het geluid misschien anders zou klinken.
Het weer en een beekje zijn niet het probleem.
Het probleem is hoe wij reageren op het weer, op een beekje, op een auto die ‘s avonds laat een kwartier onder je raam stationair staat te draaien.
Zenmeesters zijn er écht in alle soorten en maten
‘When difficulties arise, we project our frustrations onto them as if it were the rain, the children, the world outside that was the source of our discomfort. We imagine that we can change the world and then be happy. But it is not by moving the rocks that we find happiness and awakening, but by transforming our relationship to them.’
-Jack Kornfield