Oude jas
Toen ik anderhalve week geleden in de VS was raakte ik tijdens een conferentie in gesprek met een vrij liberale Amerikaanse dame van middelbare leeftijd. Ik vroeg haar waarom zo ontzettend veel arme Amerikanen op de Republikeinse partij stemmen terwijl zij op vrijwel alle vlakken zo veel meer gebaat zijn bij een stem op de Democraten.
Ze gaf mij een kort antwoord waar ik nooit eerder aan gedacht had: ’They are afraid of change.’
Volgens haar kiezen veel Amerikanen liever voor de oude jas met gaten en kapotte ritssluiting die ze kennen dan voor de nieuwe, waterdichte jas waar ze veel meer aan hebben maar die in het begin misschien wat vreemd zit en raar aanvoelt omdat ie nou eenmaal nieuw is.
Ik denk dat ze gelijk heeft. Blijven hangen in oud gedrag is namelijk zo verleidelijk. De flinch is niet uit mijn systeem te krijgen, merk ik. Ik ben de afgelopen weken meer in mijn iPhone te vinden dan drie maanden geleden. En ik heb een week lang niet koud afgedoucht. Oftewel: die oude jas zit stiekem best wel lekker (of beter gezegd: lijkt best wel lekker te zitten) en die nieuwe jas doet soms gewoon pijn. Het is dan ontzettend verleidelijk om toch weer voor die oude jas te kiezen.
Maar pijn is in dit geval essentieel. Zonder pijn geen verandering. En pijn hoort erbij. En de flinch is er altijd, mag er zijn, maar meer ook niet.
Iedereen heeft wel een oude, muffe jas die al lang vervangen had moeten worden (het voelt soms alsof ik een kast vol heb hangen). Als je je bewust wordt van het feit dat je een oude jas draagt, ben je al een heel eind.
Als je in de juiste richting kijkt, hoef je namelijk alleen maar te blijven lopen.
‘Everything will be alright is not the same as everything will be the same’
-Seth Godin