Rozijn
Toen ik gisterochtend op de roltrap op het station stond moest ik opeens aan een rozijn denken.
(De roltrap is trouwens een prachtig voorbeeld van massa-nonconformiteit. Ooit uitgevonden om mensen nog sneller te laten lopen, gebruikt vrijwel iedereen de roltrap om even uit te rusten.)
De misschien wel meest ‘klassieke’ mindfulness-oefening is die ‘met de rozijn.’ Je krijgt een rozijn in je handen gelegd, die je vervolgens goed moet bekijken, moet ruiken, voelen en vervolgens zo goed en lang mogelijk moet proeven.
Het mooiste aan deze oefening vind ik het verhaal dat erbij verteld wordt. De ontstaansgeschiedenis van de rozijn zeg maar. Het klinkt suf, maar het werkt.
Dat die rozijn eerst een druif was. Hoe die druif door de zon en de regen werd gevoed, werd geplukt door mensenhanden, te drogen werd gelegd, in een zakje werd gedaan. Enzovoorts. De rozijnen die wij eten, als je van rozijnen houdt tenminste, eten wij alleen dankzij anderen.
We hebben alles aan anderen te danken en het is goed om hier vaak bij stil te staan. Alles.
Het huis waarin wij wonen.
Het vliegtuig waarin wij naar Kreta vliegen.
De trein waarin wij naar Utrecht rijden.
De telefoon waarmee wij bellen.
Het bed waarin wij slapen.
De kleren die we dragen.
De roltrap waarop wij uitrusten.
Het kan dus niet anders dan dat wij allemaal met elkaar verbonden zijn.
‘Everyone in this world is somehow connected. So why not just be nice to everybody.’
-Richard Simmons