De ‘Random Acts of Kindness’ Challenge deel II
‘Als men zich vriendelijkheid eenmaal heeft eigen gemaakt, is het bijna onmogelijk zich ervan te ontdoen.’
-Robert Lynd
En, hoe ging het?
De week is voorbij, maar zoals mijn goede vriend Martijn al aangaf: eigenlijk is dit geen Challenge voor een week, maar voor een heel leven.
Hoe raar het soms voelt om al dan niet spontaan een compliment te geven of iets aardigs te doen, geeft aan hoe sterk de flinch is. ‘Wat zal de ander van mij vinden als ik dit zeg of doe?’ Het geeft ook aan hoe sterk mijn geest geconditioneerd is om in te zoomen op dingen die minder positief zijn of, nog veel vaker, op dingen die minder positief lijken.
Wat ik soms lastig vind is dat ik wel een dankbare reactie verwacht als ik iets aardigs voor iemand doe of iets aardigs zeg, maar die krijg ik niet altijd. Ik probeer dan tegen mezelf te blijven zeggen dat het niet om de reactie van de ander gaat, maar om mijn intentie.
Ik heb namelijk alleen controle over wat ik doe en wat ik zeg. Ik heb geen controle over hoe een ander mijn daden en woorden vervolgens interpreteert.
De ‘Pas op, Aardig! campagne van SIRE van een paar jaar geleden is helemaal niet zo slecht als ik toen dacht en stelt een essentiele vraag: waarom is het voor velen van ons toch zo moeilijk om complimenten te ontvangen, om met oprechte vriendelijkheid om te gaan? Alleen omdat we het niet gewend zijn? Omdat we zelf net zo negatief naar onszelf kijken?
Ik vraag me al een tijdje af waarom het voor mij vaak zo lastig is om me op de positieve dingen die mensen doen te concentreren in plaats van op de negatieve. Nog beter gezegd: waarom het zo makkelijk is voor mijn geest om de weinige negatieve dingen in mijn leven keer op keer uit te vergroten.
Is dit een standaard gegeven voor iedereen? Is dit nauwelijks te vermijden in een land als Nederland waarin iedereen over alles en iedereen een mening heeft? Komt dit misschien door mijn opvoeding?
Ik merk dat ik door het geven van complimenten en door aardige dingen te doen veel meer gericht ben op wat mensen wél voor mij doen in plaats van niet voor mij doen.
Ik leer anders kijken.
Ik leer mezelf een nieuw patroon aan.
Ik richt me niet op het negeren of wegstoppen van mijn negatieve gedachten en emoties; ik richt me juist op het versterken van mijn positieve gedachten en emoties.
De kracht zit ‘m voor mij in de herhaling.
Als ik veel twitter, word ik goed in twitteren.
Als ik veel wielren, word ik goed in wielrennen.
Als ik veel complimenten geef, word ik goed in complimenten geven.
En ik train mezelf tegelijkertijd om positief naar anderen en uiteindelijk ook mezelf te kijken.
De challenge wordt met een week verlengd. Doe je (weer) mee?
Ik doe mee met de positieve gedachtes en complimenten! Ik loop misschien een week achter maar ga het als nog doen. Ben of ik het bewust kan volhouden.